Het Spreekkompas

SpreekkompasIn een gesprek luister je niet alleen naar wát iemand zegt. Ook de manier waarop de boodschap gebracht wordt, verschaft je belangrijke informatie. Houding en mimiek spelen daarin een rol, maar zijn zeker niet het enige wat telt. Ook door je manier van spreken, door zaken als klankkleur, tempo, intonatie en volume, kun je de inhoud van wat je zegt beïnvloeden of zelfs volledig omkeren. Allen al het simpele woordje ‘oké’ kan heel uiteenlopende betekenissen aannemen – instemming, verbazing, enthousiasme, twijfel en nog veel meer – afhankelijk van de manier waarop het uitgesproken wordt. En dat is maar dan nog maar één woordje van twee lettergrepen. Voor een hele zin, een langer verhaal of gesprek, geldt dat natuurlijk minstens zo sterk. Om dat principe bewuster in te kunnen zetten heb ik het Spreekkompas ontwikkeld. Dat geeft richting aan je manier spreken en helpt je bij het treffen van de juiste toon. 

Geen recept

Want wat is nu eigenlijk de juiste manier van spreken? Op die vraag is het antwoord niet zo eenvoudig te geven. Natuurlijk valt er wel iets over te zeggen: het is bijvoorbeeld prettig als wat je zegt een beetje verstaanbaar is, dus kunnen we ervan uitgaan dat een minimum aan volume en articulatie vereist is. Maar voor veruit de meeste aspecten van het spreken is niet zomaar aan te duiden wat nu goed is en wat niet. Wat op het ene moment misschien te hard is, is op een ander moment niet hard genoeg. Hetzelfde spreektempo kan in het ene gesprek als veel te snel worden ervaren en in het volgende als tergend traag. Wat passend is, hangt nu eenmaal af van de situatie, van de spreker, van het onderwerp en voor een groot deel ook van de luisteraar.

De luisteraar heeft altijd gelijk

Stel, ik heb een idee waar ik zelf nogal enthousiast over ben. Als jij dat idee ziet zitten en je hoort mij erover praten, zul je het enthousiasme in mijn stem waarschijnlijk herkennen en waarderen. Maar als je toevallig een rotdag hebt en je zit helemaal niet op dat idee van mij te wachten, dan interpreteer je precies diezelfde manier van spreken misschien wel als drammerig of irritant. Dat ik praatte zoals ik praatte, vanuit enthousiasme, maakt dan eigenlijk niets meer uit. Als jij het drammerig vindt overkomen, dan komt het blijkbaar drammerig over, ongeacht mijn goede bedoelingen. De intentie van mij, als spreker, doet er dus gek genoeg niet zo vreselijk veel toe, want de luisteraar heeft in dit opzicht altijd gelijk. Het is daarom maar zeer de vraag of het zinnig is je al te veel bezig te houden met hoe je precies wilt overkomen. Die onderliggende intentie kan de luisteraar immers toch niet horen, die neemt alleen maar jouw manier van spreken, jouw fysieke geluid waar en verbindt daar allerlei conclusies aan, op basis van allerlei aannames. Je kunt dus maar beter proberen dat geluid zelf aan te passen en de interpretatie aan de luisteraar te laten.

Het Spreekkompas

Het spreekkompas gaat daarom in eerste instantie uit van het geluid van de spreker. Het bestaat, net als een echt kompas, uit vier richtingen. In dit geval zijn dat vier verschillende manieren van spreken. Wanneer we praten in zo’n “richting”, roept dat bij luisteraars allerlei associaties op. Dat kunnen zowel positieve, als negatieve associaties zijn. Een van die richtingen is bijvoorbeeld Afstand. Als je op die manier spreekt, wordt dat doorgaans geïnterpreteerd als duidelijk, daadkrachtig, zakelijk, leidend of zelfverzekerd. Maar het kan ook dominant overkomen, streng, autoritair, intimiderend, nors of arrogant. Welke van die associaties uiteindelijk de overhand zullen krijgen hangt af van de situatie, van de boodschap en van de (stemming van de) luisteraar. Omdat het maar vier richtingen zijn, is het model relatief eenvoudig aan te leren en toe te passen in de praktijk.

Vier richtingen

De vier richtingen zijn Beweging, Rust, Contact en Afstand. Welke associaties bij die richtingen horen, zal ik verderop uitleggen. Maar omdat het model zoals gezegd uitgaat van het geluid kijken we eerst even naar hoe deze vier richtingen eigenlijk klinken. 

Twee van de vier richtingen, Beweging en Contact, klinken “licht”. De andere twee, Rust en Afstand zijn “zwaar”. Met de term licht bedoel ik dat je vooral de hogere boventonen van de stem hoort. Alsof je het knopje “treble” op je versterker helemaal opendraait en het knopje “bass” helemaal dicht. Het stemgeluid lijkt dan wat hoger te klinken, maar toch is het niet hetzelfde als toonhoogte. Als je muziek luistert en je draait aan de knoppen van je versterker, verandert immers de toonhoogte van de muziek ook niet. Het werkt als een filter. Bij een licht stemgeluid zijn de hoge klanken dus meer benadrukt en bij een zwaar geluid meer de lage klanken.

Naast licht tegenover zwaar, zijn de standen ook nog in te delen op basis van scherpte. Beweging en Afstand zijn “scherp”, terwijl Contact en Rust juist “gedempt” klinken. Met scherp bedoel ik dat het geluid metalig, hard, indringend is. Je komt die eigenschap bijvoorbeeld tegen in het geluid dat een huilende baby maakt. Ook het geluid van elektrisch gitaren, powertools, alarmsignalen en sirenes bezitten allemaal veel van deze “metaligheid” of scherpte. Het maakt dat het geluid heel gemakkelijk door ander geluid heen klinkt. Daar tegenover staat geluid dat gedempt klinkt en dus niet scherp is. Scherp geluid is vaak hard, maar ook gedempte geluiden kunnen luid zijn. Denk bijvoorbeeld aan de doffe knal van een grote explosie. Dat geluid is keihard maar niet scherp. De knal van een rotje daarentegen is dan juist weer hard en scherp.

Alle vier de richtingen hebben dus een eigen combinatie van gewicht (licht tegenover zwaar) en scherpte (scherp tegenover gedempt). Maar daarmee zijn de “receptjes” voor de richtingen nog niet helemaal af. Ook ritme, tempo, projectie en intonatie spelen een rol. Ik zal de vier richtingen hieronder een voor een nog iets completer beschrijven.

Beweging

BewegingDeze richting klinkt scherp en licht. De manier van spreken is als het ware naar buiten gericht. Zo ver naar buiten zelfs dat je als luisteraar de ervaring kunt hebben dat wat gezegd wordt niet specifiek voor jou bedoeld is, maar als het ware over je heen vliegt. Het spreektempo ligt meestal vrij hoog en de lettergrepen zijn kort, puntig. Er zijn weinig pauzes te horen tussen de woorden en zinnen. Het pijltje hiernaast geeft, van links naar recht, de globale richting van geluid weer. In dit geval dus een beetje over alles heen.

Luisteraars vinden deze richting doorgaans enthousiast klinken, gepassioneerd, activerend, opzwepend, energiek, visionair. het zet de boel in beweging. Maar het kan evengoed druk zijn, drammerig, overdreven, te heftig of zelfs agressief.

Rust

RustDaartegenover staat de richting Rust, zwaar en gedempt. Het stemgeluid lijkt meer naar binnen gericht, bijna alsof je tegen jezelf praat. Het tempo ligt veel lager. De zinnen lopen vloeiend door, maar er is ruimte voor pauzes tussen de zinnen. De globale richting van het geluid is laag en traag (zie het pijltje hiernaast).

Dit vinden we vaak beheerst, relaxed, weloverwogen, vertrouwenwekkend, geruststellend en gebalanceerd. Maar soms ook saai, sloom, ongeïnteresseerd, ongeïnspireerd, besluiteloos of onderkoeld.

Afstand

AfstandOok zwaar maar dan scherp. Deze manier van spreken klinkt erg gericht, je voelt je als luisteraar direct aangesproken. Woorden en lettergrepen worden vaak kort en puntig uitgesproken, maar er zit wel veel ruimte tussen de woorden en zinnen waardoor het spreektempo toch niet erg hoog ligt. Zinnen eindigen doorgaans op een lagere toon dan dat ze begonnen en er worden duidelijke punten gezet. 

Deze richting klinkt duidelijk, zelfverzekerd, leidend, capabel, zakelijk, alsof je weet waar je het over hebt. Maar het kan ook nors zijn of arrogant, dominant, intimiderend, nietsontziend, kortaf, afstandelijk.

Contact

ContactTegenover Afstand staat contact, licht en gedempt. Niet erg luid, soms wat ongericht, alsof niet helemaal duidelijk is voor wie de woorden nu eigenlijk bestemd zijn. Het spreektempo ligt vaak iets hoger en af en toe wordt er een lettergreep verlengd, met name aan het einde van de zin. Zinnen eindigen vaak omhoog.

We vinden deze richting vaak aardig klinken, vriendelijk, lief, betrokken, dienstbaar, geïnteresseerd. Maar soms ook onzeker, kinderlijk, naïef, fladderig, zweverig of niet serieus.

Oefenen?

Dat is in een notendop hoe het Spreekkompas werkt. Maar als je er in de praktijk mee gaat spelen, merk je natuurlijk pas echt goed hoe het werkt. Daar kan ik je bij helpen. Als je ermee aan de slag wilt, in je eentje of met een groep, neem dan contact met me op.